Toegankelijkheid
Dit onderdeel geeft richtlijnen voor toegankelijke buitenruimten, gebouwen en woningen. Het is bestemd voor iedereen die betrokken is of betrokken kan zijn bij het ontwerp, de inrichting en het beheer van de fysieke leefomgeving.
Onderwerpen
Het uitgangspunt voor het toegankelijk ontwerpen, inrichten en beheren van buitenruimten, gebouwen en woningen is dat iedereen – ongeacht lichaamsbouw, vaardigheden en beperkingen – praktisch, veilig, gezond en flexibel kan functioneren op al die plekken waar iets te doen is. Uitgaan van het zogenoemde 'kritisch gebruik' is daarvoor een voorwaarde. De grenswaarden en kernbegrippen die horen bij dit kritisch gebruik staan in dit onderdeel.
Op de routes waarlangs we ons in de gebouwde omgeving verplaatsen, maken we gebruik van voetpaden, toegangen, gangen, hellingbanen, trappen en liften. In ruimten – zoals een kamer, zaal, lokaal en werkplaats, of buiten, een terrasje, een speelplek – gaat het om de vraag of we de ruimte voor de beoogde activiteit kunnen gebruiken. Bij de vormgeving van gebruiksobjecten komen veel details kijken en het is in de praktijk het vakgebied van productontwerpers.